Bent u van plan om aandelen in een nv of bv te kopen of te verkopen? Dan is het belangrijk om een duidelijk zicht te krijgen op de waarde van het bedrijf. Uiteraard kunt u die waardebepaling toevertrouwen aan een specialist ter zake, maar u kunt het ook zelf al eens proberen. De DCF-methode (voluit discounted cashflow-methode) wordt beschouwd als de meest interessante waarderingsmethode om de waarde van een onderneming te bepalen omwille van de allround benadering. Hoe dat in zijn werk gaat? We leggen het voor u uit in 5 stappen.
DCF-methode: een betrouwbare manier om de overnameprijs in te schatten
Zelfs al maakt u de berekening niet zelf, inzicht in hoe de DCF-methode werkt, kan voor u een grote hulp zijn bij de waardebepaling van een onderneming.
Door de waarde van een te verkopen of over te nemen onderneming in te schatten (of te laten schatten), kunt u veel accurater de vraag- of de overnameprijs beoordelen.
U kunt zelf de berekening proberen te maken, al ligt dat omwille van de complexiteit niet voor de hand. Maar ook voor wie geen wiskundeknobbel heeft, is het toch interessant om te begrijpen wat de DCF-methode inhoudt en de variabelen te kennen. Zo kunt u beter begrijpen hoe de specialist-schatter aan een bepaalde waarde komt en gerichte vragen stellen.
Via de DCF methode kan aan de hand van de verwachte inkomsten de aan- of verkoopwaarde van de onderneming worden bepaald. Hoe? Door gewoon te berekenen hoeveel de toekomstige kasstromen nu waard zijn.
Stap 1: bepaal de cashflow van het voorbije boekjaar
In geval van twijfel, of wanneer u vastloopt in een stap van de DCF-methode, helpt uw boekhouder u zeker weer op weg.
De berekening van de cashflow is de basis van een goede waardering van een bedrijf. Het is immers de cashflow die bepaalt of een onderneming goed draait en of er dividenden worden uitgekeerd. Winst of verlies kunnen immers sterk vertekend zijn door ‘boekhoudkundige’ winst of door verliesposten die geen invloed hebben op de cashflow.
Bedrijfsresultaat na belastingen = de winst of het verlies nadat de vennootschapsbelasting is betaald.
Afschrijvingen = totaal van de afschrijvingen op jaarbasis.
Kapitaalaflossing = totaal van de kapitaalaflossingen van bestaande leningen op jaarbasis. Dit vindt u op de activazijde van de balans.
Uitzonderlijke opbrengsten= dit zijn opbrengsten die niet regelmatig terugkeren (zoals de verkoop van een gebouw of een wagen).
Uitzonderlijke kosten = dit zijn de kosten die niet regelmatig terugkeren, het omgekeerde dus van uitzonderlijke opbrengsten.
Overige niet-kaskosten = waardeverminderingen (bijvoorbeeld een kost die werd aangerekend op de voorraden of een gebouw zonder het goed te verkopen), voorzieningen die aangelegd werden om toekomstige kosten te dekken, stijging werkkapitaal.
Overige niet-kasopbrengsten = herwaarderingsmeerwaarden (het omgekeerde van waardevermindering), voorzieningen die aangewend werden, daling werkkapitaal.
In de praktijk: cashflow van Trattoria ‘Da Noi’
Winst na belasting = 60.000 euro
Afschrijvingen = 10.000 euro
Uitzonderlijke opbrengsten = verkoop bedrijfswagen voor 15.000 euro
Uitzonderlijke kosten, en niet-kaskosten en -opbrengsten = 0 euro
Een benadering van de cashflow kan al worden bepaald via de volgende formule:
Cashflow = bedrijfsresultaat na belastingen + afschrijvingen - kapitaalaflossing leningen
Stap 2: bepaal de kostprijs van het kapitaal via de WACC (Weighted Average Cost of Capital)
Neem uw tijd voor een waardering van een onderneming via de DCF-methode. Haast en spoed …
De tweede stap is het bepalen van de kostprijs van het kapitaal. U bepaalt hier wat het rendement is dat de investeerders en kredietgevers minimaal verwachten van het bedrijf op de geïnvesteerde gelden. Dit element is cruciaal om van de cashflowbepaling naar een waardering van het bedrijf te komen.
In het Engels heet dit Weighted Average Cost of Capital of WACC, vertaald naar het Nederlands ‘gewogen gemiddelde kosten van kapitaal’.
WACC = {(eigen vermogen/passiva) x gewenst rendement eigen vermogen} + {(vreemd vermogen/passiva) x rente op vreemd vermogen}
Eigen vermogen: het totaal van het geïnvesteerde kapitaal. Terug te vinden op de balans.
Vreemd vermogen: het totaal van de openstaande schulden. Terug te vinden op de balans.
Passiva = eigen vermogen + vreemd vermogen. Dit is het balanstotaal.
Gewenst rendement op het eigen vermogen: dit is het rendement dat u als investeerder minimaal verwacht.
Rente op vreemd vermogen= gewogen gemiddelde van de rentepercentages van de uitstaande schuld.
In de praktijk: WACC van Trattoria ‘Da Noi’
WACC Da Noi= (50% x 11,03%) + (50% x 2,64%) = 6,84% (zie verder voor de manier van berekening van deze percentages)
Eigen vermogen = 150.000 euro (50%)
Vreemd vermogen = 150.000 euro (50%)
Passiva = balanstotaal = 300.000 euro
Om het gewenst rendement op het eigen vermogen te berekenen, kunt u een eigen inschatting maken, namelijk het rendement dat u minimaal verwacht te ontvangen op jaarbasis of u gebruikt volgende formule:
Rendement eigen vermogen = risicovrij rendement + beta x (marktrendement – risicovrij rendement) + liquiditeitspremium
Risicovrij rendement = het rendement dat u krijgt zonder risico, dit kunnen voor u staatsbonnen zijn of de rente op uw spaarrekening.
Beta = hoe sterk uw bedrijf mee surft op economische groei of recessie.
0 = onafhankelijk (overheidsinstellingen leunen hier sterk tegenaan).
<1 = minder sterk dan de markt (voedingsbedrijven, dokters …).
1 = precies gelijk met de markt.
>1 = groter dan de markt (standaard luxegoederen zoals reizen, restaurants).
>2 = minimum 2 keer zo sterk als de markt.
Marktrendement = gemiddeld rendement in de markt (bijvoorbeeld voor België de BEL 20-index).
Liquiditeitspremium = rendement dat u extra wilt als investeerder omdat uw geld vast zal zitten in de onderneming en het niet gemakkelijk opnieuw te verkopen valt.
In de praktijk: rendement eigen vermogen Trattoria ‘Da Noi’
Rendement eigen vermogen ‘Da Noi’ = 0,15% + 1,5 x (5%-0,15%) + 2% = 11,03%
De rente op het vreemd vermogen berekent u gemakkelijk via volgende formule:
In de praktijk: rente vreemd vermogen Trattoria ‘Da Noi’
Het restaurant heeft 2 uitstaande leningen:
Lening 1: rente 1,5%, uitstaand bedrag: 100.000 euro
Lening 2: rente 5%, uitstaand bedrag: 50.000 euro
Vreemd vermogen: 150.000 euro
Rente vreemd vermogen ‘Da Noi’ = (100/150) x 1,5% + (50/150) x 5% = 2,64%
Stap 3: bepaal een realistisch groeipercentage
De bepaling van een realistisch groeipercentage is belangrijk in de waardering van de onderneming en uw onderhandelingspositie. U hebt volgende opties, naargelang het detail dat u bezit:
Een groeipercentage bepalen doet u best zeer doordacht. Weet dat het groeipercentage ook 0 of zelfs negatief kan zijn.
Optie 1: u bepaalt de groei aan de hand van de groei van de economie of uw sector. Groeit de onderneming even sterk, dan behoudt de onderneming marktaandeel, groeit de onderneming minder sterk, dan verliest ze marktaandeel.
Optie 2: de groei uit het verleden wordt doorgezet. U berekent hoe sterk de onderneming in het verleden groeide (aan de hand van cashflows, of bij benadering aan de hand van de groei in winst) en neemt dit als basis voor de toekomst.
Optie 3: Indien u inside information hebt, kunt u de gebudgetteerde verwachte groei gebruiken.
U berekent per optie best een paar scenario’s: normale groei, recessie groei, booming business groei
In de praktijk: groeiverwachting Trattoria ‘Da Noi’
We zien op basis van de resultaten (winst na belasting) van de voorbije jaren dat het restaurant een groei kent van 1% per jaar. We verwachten dat dit niet zal wijzigen.
Stap 4: bereken de waarde van het bedrijf
U hebt alle onderdelen om de formule voor de waardering van de onderneming in te schatten.
We gebruiken de volgende formule voor de waardering:
Waarde = {55.000 x (1+0,01)}/(0.0684-0,01) = 951.198,63 euro
De bv Trattoria ‘Da Noi’ is dus 951.198,63 euro waard. Als u dit deelt door het aantal aandelen, kent u de waarde per aandeel.
Aan de hand van veranderende vooronderstellingen in de voorgaande berekeningen, zoals het groeipercentage en de kostprijs van het eigen vermogen, kan dit bedrag wijzigen. Idealiter maakt u dus verschillende waarderingen op basis van andere vooronderstellingen en neemt u hiervan het gemiddelde.
Stap 5: Bereken de waarde van het bedrijf door u als aandeelhouder
De resultaten van verwachte projecten opnemen in de variabelen, is een extra stap die u ten goede kan komen in de onderhandelingen voor een overname.
In deze stap berekent u opnieuw de waarde van de organisatie, maar deze keer integreert u de resultaten van uw verwachte projecten in de variabelen.
Dit is een extra stap die u ten goede kan komen in uw onderhandelingsproces. De bedoeling van deze stap is om de organisatie te waarderen met inbegrip van de meerwaarde die u verwacht te realiseren bovenop de huidige resultaten, zodra u aandeelhouder bent. In een situatie van opbod zult u immers een bovengrens hebben, namelijk de mogelijke waarde van de onderneming.
In de praktijk: Trattoria ‘Da Noi’
“Wanneer ik de volledige eigenaar word van het restaurant, denk ik eraan om mijn menu ook voor afhaalmaaltijden aan te bieden. Deze ingreep zou zorgen voor 15% stijging in de verkoop en 15% in de kosten, resulterend in een verhoogde cashflow van15%.”
De groeipercentages en de kost van het kapitaal blijven in deze situatie stabiel en worden niet gewijzigd.
De waarde met takeaway = {55.000 x 1,15 x (1+0,01)}/(0,0684-0,01) = 1.093.878 euro.
Dat is dus 142.679,79 euro meer dan de waarde van het bedrijf zoals het nu gerund wordt.
Waardering van een bedrijf is geen garantie (ook niet via de DCF-methode)
Er bestaan tal van schattingsmethoden, maar er is consensus dat de DCF-methode de beste is. Uiteraard blijft een waardering steeds een inschatting. Het is geen garantie dat een bedrijf ook echt deze waarde heeft, maar het geeft wel een grootteorde.
In geval van twijfel contacteert u best een boekhouder of een specialist. Zelfs indien u iemand inhuurt om een waardering te maken, is het nooit slecht om zelf te begrijpen hoe de waarderingsmethode werkt. U hoeft zo niet blind te vertrouwen op een specialist.
Hebt u overnameplannen?
Contacteer dan zeker ook uw bankagent. Die behandelt geregeld overnamedossiers, hij kan u dus zeker en vast bijstaan.
Deze content is niet beschikbaar omwille van uw huidige cookie instellingen. U kan deze hier aanpassen.
Om het economisch klimaat aan te moedigen, heeft de overheid de investeringsaftrek op vaste activa die door kleine ondernemingen worden aangekocht tot 31 december 2022 verhoogd tot 25%. Daardoor wordt investeren in deze activa in 2022 fiscaal interessant voor wie daar ruimte voor heeft. Meer details over de investeringsaftrek en wat de verhoging voor u als ondernemer kan betekenen, ontdekt u in deze blog.
U staat op het punt om in een nieuwe bedrijfswagen te investeren. U hebt het budget bepaald en de fiscale aftrekbaarheid berekend, maar dan blijft er nog één cruciale vraag: hoe betaalt u die nieuwe firmawagen of bestelwagen? Gebruikt u liquide middelen die al beschikbaar zijn in de onderneming, leent u of is het toch beter om dat nieuwe bedrijfsvoertuig te leasen of te renten? En wat is het verschil tussen die drie opties? U ontdekt het in deze blog.
Naast het budget dat u kunt of wilt besteden aan een nieuwe bedrijfswagen voor uw onderneming, is de fiscale aftrekbaarheid een element waar u zeker rekening mee moet houden bij de aankoop van een bedrijfsvoertuig. De CO2-uitstoot is hiervoor het allesbepalende criterium. In deze blog leest u hoe u het aftrekpercentage van uw wagenpark bepaalt.
Is uw bedrijfswagen toe aan vervanging? Hebt u een grotere of een tweede bestelwagen nodig om uw zaak te laten draaien? Of wilt u uw werknemers een salariswagen aanbieden? Voor de aanschaf van een nieuw bedrijfsvoertuig bepaalt u best uw budget op voorhand. Maar hoe pakt u dat aan? Ontdek in deze blog hoeveel u kunt besteden aan een nieuwe bedrijfswagen.
Het gaat u als ondernemer voor de wind en u wilt zich bij een ander bedrijf inkopen of het volledig overnemen. Een vraag die dan in het overnameproces vanzelf naar boven komt: hoe bepaalt u de waarde van die zaak? Er is echter geen eenduidig antwoord. Er bestaan immers verschillende methodes om de overnamewaarde van een bedrijf te bepalen, elk met een andere uitkomst. En onder andere aannames kan één en dezelfde methode zelfs verschillende resultaten opleveren. In deze blog vindt u meer uitleg over de twee meest voorkomende waarderingsmethodes.